Einstein speelt viool op het strand
er is geen partituur voor formules aanwezig.
Alleen zijn jammerhout strijkt
door het warm der verbeelding.
Hij speelt de oude man en de zee.
Misschien mist hij een laatste trein
die dwars door het geheugen rijdt
of aarzelt de tijd
in zijn wagens van pijnlijk ferriet
Kijk denkt hij, dit is nu avondrood
een warme variant van infrarood.
Zo wandelt hij de avond uit
en ziet twee evenwijdig vliegende
meeuwen elkaar snijden op oneindig.
Straks komt de gewaagde scene
waarin hij zich uitkleedt in het
bijzijn van zijn jongere broer
voor de verende spiegel